Mitsubishi Electronics puhy-ep-yjm-a(-bs) Air Conditioner User Manual


 
81
NL
8.1. Installatie
[Fig. 8.1.1] (p.3)
<A> Zonder afneembare voet <B> Met afneembare voet
A
M10 ankerbout (niet bijgeleverd).
B
Hoek is niet gestut.
C
Bevestigingsklamp voor ankerbout (3 schroefopeningen).
D
Afneembare voet
Schroef de unit stevig vast zodat hij zelfs bij een aardbeving of sterke wind
overeind blijft.
Plaats de unit op een betonnen ondergrond of gebruik een hoekbeugel.
Afhankelijk van de installatieplaats, kunnen geluid en trillingen worden
doorgegeven via de vloeren of muren. Breng daarom voldoende
geluidsisolatie en dempingsmaterialen aan.
Leg de fundering zo aan dat de hoek van de apparaatsteun stevig ondersteund
wordt, zoals in de afbeelding wordt getoond. (Fig. 8.1.1)
Bij gebruik van een rubber isolatiekussen moet u erop letten dat het groot
genoeg is voor de volledige breedte van elk van de steunen van het toestel. Als
de hoekpunten niet stabiel zijn, kunnen de apparaatsteunen verbogen raken.
De ankerbout mag niet meer dan 30 mm uitsteken.
Oogbouten zijn niet compatibel met dit product. Maar als de
bevestigingsklampen zijn gemonteerd op de 4 installatiepunten (6
installatiepunten: P450, EP300) van het bevestigingsdeel van het apparaat,
kunnen oogbouten gebruikt worden.
[Fig. 8.1.2] (p.3)
A
Schroeven
De afneembare voet kan ter plaatse worden gedemonteerd.
De afneembare voet demonteren
Draai de drie schroeven los om de afneembare voet te demonteren (Twee
(drie: P450, EP300), ieder in de voor- en achterkant).
Als hierbij de voetbasis wordt beschadigd, herstel de schade dan ter plaatse.
Waarschuwing:
Installeer het apparaat op een plaats die het gewicht ervan kan dragen.•
Bij onvoldoende draagvermogen kan het apparaat neerstorten.
Houd bij de installatie van het apparaat rekening met sterke wind en •
aardbevingen.
Door een gebrekkige installatie kan het apparaat neerstorten.
Bij het aanleggen van de fundering moet scherp gelet worden op het
draagvermogen van de vloer, de waterafvoer (tijdens de werking van de unit
ontstaat vocht dat moet worden afgevoerd), en de plaatsing van leidingen en
kabels.
Richtlijnen voor de plaatsing van leidingen en kabels onder de unit (zonder
afneembare voet)
Zorg ervoor dat de doorvoeropeningen van de installatie niet worden
geblokkeerd door de plaatsing van leidingen en kabels onder de unit. Zorg
eveneens voor een funderingshoogte van minstens 100 mm om voldoende
ruimte te laten voor leidingen en kabels onder de unit.
8. De unit installeren
9. De koelleidingen installeren
De koelleidingen die vertrekken uit de buitenunit worden in een
aftakkingseenheid vertakt en vervolgens doorgetrokken naar de binnenunits.
De leidingen worden als volgt met elkaar verbonden: buiseinden voor de
binnenunits worden opgetrompt en verbonden; gas- en vloeistoeidingen voor
de buitenunits worden gesoldeerd. Alle afgetakte leidingen worden gesoldeerd.
Waarschuwing:
Draag er de grootst mogelijke zorg voor dat er geen koelgassen lekken
wanneer u met vuur of vlammen moet werken. Als het koelgas in contact
komt met een vlam, bijvoorbeeld van een gasbrander, ontstaat er een
giftig gas waardoor u een gasvergiftiging kunt oplopen. Soldeer of las
nooit in een ongeventileerde ruimte. Controleer na de installatie van de
koelleidingen de gelegde buizen op lekken.
Let op:
Laat het R410A niet in de atmosfeer vervluchtigen.•
R410AiseengeuoreerdbroeikasgasdatonderhetverdragvanKyoto•
valt, met een GWP (Global Warming Potential) van 1975.
9.1. Let op
Dit apparaat werkt op koelvloeistof van het type R410A. Volg de plaatselijke
bepalingen op inzake buismaterialen en -diktes. (Zie ook de tabel rechts.)
1 Gebruik voor de koelleidingen de volgende materialen:
Materiaal: Gebruik naadloze buizen uit zuurstofvrij roodkoper.
Daarnaast moeten de binnen- en buitenkant van de leidingen vrij zijn
van zwavel, oxiden, vuil en stof, vijlsel, olie, vocht, of om het even
welke andere contaminant.
Afmetingen: Zie 9.2. voor meer informatie over de koelleidingen.
2 De aangekochte leidingen bevatten vaak stof en andere contaminanten.
Blaas deze altijd schoon met een droog inert gas.
3 Voorkom dat tijdens de installatie vuil, water of andere verontreinigende
stoffen in de leidingen raken.
4 Beperk in de mate van het mogelijke het gebruik van leidingbochten, en
maak de bochten zo breed mogelijk.
5 Voor de aftakkingen zijn de volgende gepaarde leidingen vereist (niet
meegeleverd):
Afmetingen en radiale dikte voor koperbuis in R410A CITY MULTI.
Afm. (mm) Afm. (inch) Radiale dikte (mm) Buistype
ø6,35 ø1/4" 0,8 Type-O
ø9,52 ø3/8" 0,8 Type-O
ø12,7 ø1/2" 0,8 Type-O
ø15,88 ø5/8" 1,0 Type-O
ø19,05 ø3/4" 1,2 Type-O
ø19,05 ø3/4" 1,0 Type-1/2H of H
ø22,2 ø7/8" 1,0 Type-1/2H of H
ø25,4 ø1" 1,0 Type-1/2H of H
ø28,58 ø1-1/8" 1,0 Type-1/2H of H
ø31,75 ø1-1/4" 1,1 Type-1/2H of H
ø34,93 ø1-3/8" 1,2 Type-1/2H of H
ø41,28 ø1-5/8" 1,4 Type-1/2H of H
* Voor de buizen met afmeting ø19.05 (3/4") kunt u zelf het buistype kiezen voor
R410A.
Gepaarde binnenleidingen
Lijntak Hoofdtak
Instroomunit
Minder dan 200
Instroomunit
Meer dan 201 en
minder dan 400
Instroomunit
Meer dan 401 en
minder dan 650
Instroomunit
Meer dan 651
4 aftakkingen 8 aftakkingen 10 aftakkingen
CMY-Y102S-G2 CMY-Y102L-G2 CMY-Y202-G2 CMY-Y302-G2 CMY-Y104-G CMY-Y108-G CMY-Y1010-G
Gepaarde buitenunit
Buitenunits
P500 ~ P650
EP400 ~ EP600
Buitenunits
P700 ~ P900
Buitenunits
P950 ~ P1250
EP650 ~ EP900
CMY-Y100VBK2 CMY-Y200VBK2 CMY-Y300VBK2
WT05962X01_NL.indd 81 2010/08/30 17:57:38