6
101487
OVERZICHT
VAN DE
WERKING
Het brandstofsysteem: De luchtpomp pompt lucht door de luchtslang. De lucht
wordt vervolgens door de sproeier van de branderkop gestuurd. Deze lucht zuigt
brandstof uit de tank aan. Een nevel van brandstof wordt vervolgens in de
verbrandingskamer gespoten.
Het luchtsysteem: De motor drijft de ventilator aan. De ventilator stuwt lucht in
en rond de verbrandingskamer. Deze lucht wordt verwarmd en levert een schone,
hete luchtstroom.
Het ontstekingssysteem: De elektronische ontsteking stuurt spanning naar de
bougie. De bougie ontsteekt het mengsel van brandstof en lucht.
Het vlamdovingssysteem: Dit systeem dient om het heteluchtkanon uit te
schakelen wanneer de vlam uitgaat.
Brandstof-
filter
Luchtuitlaat-
filter
Figuur 3 - Bedrijfsaanzicht, dwarsdoorsnede
BRANDSTOFFEN
WAARSCHUWING
Gebruik uitsluitend lichtpetroleum of huisbrandolie nr. 1
(hbo 1) om brand- en explosiegevaar te beperken. Gebruik
nooit benzine, nafta, verfverdunner, alcohol of andere
brandgevaarlijke brandstoffen.
Huisbrandolie nr. 2 (hbo 2) of diesel nr. 2 mag niet gebruikt worden. Gebruik van
deze brandstoffen leidt tot:
• verstopping van brandstoffilter en sproeier
• verkoling van bougie
• noodzaak voor niet-giftig antivries in brandstof bij zeer koud weer
BELANGRIJK:
Gebruik een container die UITSLUITEND VOOR
LICHTPETROLEUM bestemd is. Zorg dat de container schoon is. Vuil in de
brandstof, zoals roest of water, stelt het vlamdovingssysteem in werking waardoor
het heteluchtkanon afslaat. Daarnaast moet als gevolg van vuil het
brandstofsysteem vaker worden schoongemaakt.
Schone
heteluchtstroom
Motor
Luchtpomp
Luchtinlaat-
filter
Koele lucht
naar binnen
Elektronisch
ontstekings-
mechanisme
Brandstof
Luchtslang
naar brander
Lucht voor
verbranding en
verwarming
Lucht voor
brandstofsysteem
NozSproeierzle
Brandstoftank
Verbrandingskamer Bougie
Branderkop
Ventilator