– 138 –
(5) Andere indicaties
<Centrally Controlled (Centrale besturing)>
ON/OFF
TEMP.
˚C
˚C
● Wordt weergegeven als er een bedieningshandeling wordt uitgevoerd via het
bedieningspaneel CENTRAAL REGELEN.
Hieronder treft u een overzicht aan van de handelingen die niet kunnen worden
uitgevoerd.
• In-/uitschakelen met [AAN/UIT]-knop (inclusief bediening van de timer)
• Werkstandkeuze
• Temperatuur instellen
Opmerking:
Kunnen ook afzonderlijk worden geblokkeerd.
<Indicator Knipperende modus>
ON/OFF
TEMP.
˚C
˚C
■ Als de aanduiding blijft knipperen
De aanduiding verschijnt als een ander binnenapparaat dat op het buitenapparaat is
aangesloten al in werking is, maar in een andere werkstand staat.
Zorg dat de beide binnenapparaten in dezelfde werkstand komen te staan.
■ Als u de werkstand wijzigt nadat de aanduiding is gaan knipperen
Verschijnt als een werkstand is geblokkeerd voor een bepaald seizoen, via de
centrale bedieningseenheid, etc.
Stel in op een andere werkstand.
<Knipperende indicatie “Filter”>
ON/OFF
TEMP.
˚C
˚C
FILTER
■ Hiermee wordt aangegeven dat het filter moet worden schoongemaakt.
Reinig het filter.
■ De aanduiding “FILTER” uitschakelen
Druk, nadat u het filter heeft schoongemaakt, de [FILTER]-knop tweemaal achter
elkaar in. De aanduiding verdwijnt.
Opmerking:
● Als er twee of meer verschillende soorten binnenapparaten worden bediend,
verschilt dit schoonmaakinterval, afhankelijk van het soort filter. Op het tijdstip dat het
filter van het hoofdapparaat moet worden schoongemaakt, verschijnt de aanduiding
“FILTER”. Als de aanduiding weer verdwijnt, begint de telling opnieuw.
● “FILTER” geeft het schoonmaakinterval aan dat wordt gehanteerd als het binnen-
apparaat onder normale omstandigheden wordt gebruikt. Er wordt alleen rekening
gehouden met de verstreken gebruiksduur. Als het filter wordt gebruikt in situaties
waar de lucht vervuild is, dient u het filter vaker schoon te maken.
● Het schoonmaakinterval voor het filter verschilt van model tot model.