29
4. De schakelaars instellen
Als het systeem niet correct wordt geconfigureerd, zal de unit niet goed werken. In dat geval kan het gebeuren dat u de functies
van de binnenunit niet kunt regelen via de systeem-/ME-afstandsbediening of dat er functies die niet beschikbaar zijn op de
binnenunit verschijnen op het display van de systeem-/ME-afstandsbediening. U dient er dus voor te zorgen dat het systeem juist
is geconfigureerd voordat u het aanzet.
■ SW500 No. 1, No. 2 - Niet in gebruik
Deze schakelaars moeten op UIT staan (als ze op AAN staan, zal het apparaat niet correct communiceren met de systeem-
afstandsbediening).
■ SW500 No. 3 - Aan/uit-instellingen
Deze instelling geeft aan of de binnenunit moet worden uit- of aangezet wanneer de binnenunit of de M-NET-interface van stroom
wordt voorzien.
Inschakelen bij levering van stroom Nee
[Unit blijft uit wanneer stroom wordt geleverd.]
■ SW500 No. 4 - Beschikbaarheid van reinigings- of ventilatormodus
Als de draadloze afstandsbediening geen Purifier-knop heeft en het woord “Fan” niet verschijnt wanneer de Mode-knop wordt
ingedrukt, zijn de reinigings- en ventilatormodus niet beschikbaar (op UIT ingesteld).
Inschakelen bij levering van stroom Ja
[Unit wordt aangezet wanneer stroom wordt
geleverd.]
Heeft een reinigings- of ventilatormodus.
Heeft geen reinigings- of ventilatormodus.
ON (ANN)
Heeft een automatische
bedrijfsstand
Heeft geen instelling
voor ventilatoroscillatie
Heeft geen instelling
voor ventilatorrichting
Koelunit zonder
verwarmingsfunctie
■ SW500 No. 5–No. 8 - Functiecontrole M-serie
Functiebeschrijving
Beschikbaarheid van de
automatische bedrijfsstand
(een stand waarin de
airconditioner kan kiezen
tussen koelen en verwarmen).
Beschikbaarheid van een
instelling voor
ventilatoroscillatie
Beschikbaarheid van een in-
stelling voor ventilatorrichting
Beschikbaarheid van een
verwarmingsstand
SW500
No. 5
No. 6
No. 7
No. 8
Methode voor controle van functie
Als “Auto” niet wordt weergegeven wanneer u op de
“Mode”-knop van de draadloze afstandsbediening drukt,
is de automatische bedrijfsstand niet beschikbaar (OFF)
(UIT).
Als “Oscillate” wordt weergegeven wanneer u op de
knop “Fan Direction” op de draadloze afstandsbedie-
ning drukt, is de instelling voor ventilatoroscillatie be-
schikbaar (OFF) (UIT). (Als er geen Fan Direction-knop
is, is de instelling (OFF) (UIT).)
Als de draadloze afstandsbediening een “Fan Direction”-
knop heeft, is de instelling voor de ventilatorrichting
beschikbaar (OFF) (UIT).
Als “Heat” verschijnt wanneer u op de “Mode”-knop van
de draadloze afstandsbediening drukt, is de unit een mo-
del dat zowel koeling als verwarming biedt (OFF) (UIT).
OFF (UIT)
Heeft geen automati-
sche bedrijfsstand
Heeft een instelling voor
ventilatoroscillatie
Heeft een instelling voor
ventilatorrichting
Model dat kan koelen en
verwarmen
■ SW510, SW501 - Adresinstellingen
Definieert de adresinstellingen voor gecentraliseerd beheer (geldige adresinstellingen: 01–50).
Met SW510 wordt de positie 10s en met SW501 wordt de positie 1s van het adres ingesteld.
Als u een unit bijvoorbeeld op het adres 25 wilt instellen, zet u SW510 op 2 en SW501 op 5.
Positie 1s
Zelfadres
Positie 10s