Stow STR36 Sewing Machine User Manual


 
MODELREEKS STR36 • ZITVLINDERMACHINE — HANDLEIDING — VERSIE 1 (15/03/06) — PAGINA 33
Afstellen van vlinderarm
In (figuur 38, pagina 37) ziet u de afstelfitting met aangebrachte
vlinderarm. Bij het vergrendelen van elke vlinderarm in de fitting
wordt de armbout afgesteld tot waar het contact maakt met een
stop op de fitting. Op die manier worden alle vlinderarmen
consequent afgesteld en wordt de afwerker zo vlak mogelijk en
zijn de hoeken zo gelijk mogelijk.
1. Zorg dat u het vlinderarmafstelgereedschap (stuknr. 9177) bij de
hand hebt.
Figuur 36. Zijaanzicht van het
vlinderarmafstelgereedschap
OPMERKING
Bij armen waarvan de bladen
naar RECHTS (met de wijzers van de
klok mee) draaien moet de fitting in de
stand “UP” worden gebruikt (A in figuur
37). Bij armen waarvan de bladen naar
LINKS (tegen de wijzers van de
klok in) draaien, moet de fitting in de
stand “DOWN” worden gebruikt. (B in
figuur 37).
2. Zorg ervoor dat de fittingarm in de juiste stand (omhoog of omlaag)
staat, afhankelijk van de draaibeweging van uw vlinderarm, zoals
afgebeeld in figuur 37.
1. Gebruik een dikke staalplaat, granieten plaat of een oppervlak
dat
volkomen
en
vlak
is om van
alle zes de zijden
van
elke vlinderarm te controleren of ze wel degelijk vlak zijn.
2. Controleer elk van de zes zijden van de vlinderarm
(zeskantgedeelte). Een meetplaatje van 0,10 mm (0,004") mag
nergens tussen het vlakke stuk van de vlinderarm en het
testoppervlak passen over de gehele lengte op het testoppervlak.
(Figuur 35, item 3) .
Figuur 35. Controleren of de
vlinderarmen vlak zijn
MODELREEKS STR36 — ONDERHOUD
De vlakheid van de vlinderarmen controleren
De vlinderarmen kunnen schade oplopen door ruwe omgang (zoals de
troffel op het pad laden vallen) of door in contact te komen met
blootliggende buizen/leidingen, voorwerpen of betonijzers tijdens het
gebruik. Als een vlinderarm gebogen is, kan de vlindermachine niet
meer vloeiend en gelijkmatig draaien. Als u vermoedt dat een of
meerdere vlinderarmen gebogen zijn, controleert u als volgt de
vlakheid; zie figuur 34 en 35.
1 Vlinderarm
2 Vlak testoppervlak
3 Meetplaatje (0,10 mm/0,004 inch)
4 Meetplaatje (0,127 mm/0,005 inch)
3. Controleer vervolgens de afstand tussen de ronde as en
het testoppervlak terwijl een van de vlakke zeskantgedeelten van
de arm op het testoppervlak rust. Draai de arm naar elk van de
vlakke zeskantgedeelten en controleer de afstand van de ronde as.
Gebruik een meetplaatje van 0,127 mm (0,005"). Bij elk gedeelte
zou de
afstand
tussen de ronde as van de vlinderarm en het
testoppervlak
dezelfde
moeten zijn.
4. Als blijkt dat de vlinderarm
ongelijk
of
gebogen
is, vervangt
u de vlinderarm.
1 Rond asgedeelte van vlinderarm
2 Zeskantasgedeelte van de vlinderarm
3 Hendelbevestigingssleuf (linkerarm afgebeeld)
4 Spanstiftgat
5 Gat voor bladbevestigingsbout (één van drie)
6 Vlakke kant van zeskantas (bovenkant van arm)
Figuur 34. Vlinderarm
1 Afstelbout
2 “Afstand”
3 Borgmoer
4 Fittingarm
1
2
3
4
ZIJAANZICHT