Als de batterijen bijna leeg zijn, gaat het aan-lampje op de babyunit rood knipperen.
Ouderunit
U kunt de ouderunit gebruiken door deze aan te sluiten op netspanning of door gebruik te maken
van niet-oplaadbare batterijen. Zelfs indien u van plan bent de ouderunit op netspanning te laten
werken, raden we u aan de niet-oplaadbare batterijen in het batterijvak te plaatsen. Hierdoor blijft
de ouderunit werken wanneer de stroom uitvalt.
Gebruik op netspanning
1 Steek de apparaatstekker in de ouderunit en steek de adapter in een stopcontact.
Het aan-lampje gaat branden.
Gebruik van niet-oplaadbare batterijen
De ouderunit werkt op vier 1,5V R6 AA-batterijen (niet bijgeleverd). We raden u sterk aan om
Philips LR6 PowerLife-batterijen te gebruiken.
Gebruik geen oplaadbare batterijen, want de ouderunit heeft geen oplaadfunctie.
Trek de stekker van de ouderunit uit het stopcontact en zorg ervoor dat uw handen en de unit
droog zijn wanneer u de niet-oplaadbare batterijen plaatst.
1 Draai de vergrendelknop een kwartslag (1) en schuif vervolgens de klep van het batterijvak
naar beneden om deze te verwijderen (2) (g. 4).
2 Plaats vier niet-oplaadbare batterijen.
Zorg ervoor dat de + en - polen van de batterijen in de juiste richting wijzen.
3 Plaats de klep weer op het batterijvak.
Opmerking: Als de batterijen bijna leeg zijn, gaat het aan-lampje op de ouderunit rood knipperen.
Opmerking: Wanneer de batterijen geheel leeg zijn, schakelt de ouderunit automatisch uit en wordt het
contact met de babyunit verbroken.
Het apparaat gebruiken
1 Plaats de twee units in dezelfde ruimte om de verbinding te testen (g. 5).
Zorg dat de beide units ten minste 1 meter uit elkaar staan.
2 Druk op de aan/uitknop om de babyunit in te schakelen (g. 6).
Het aan-lampje brandt continu groen.
3 Draai aan de volumeregelaar om de ouderunit in te schakelen en om het gewenste
volumeniveau in te stellen. (g. 7)
Het aan-lampje brandt continu groen.
, Wanneer er een verbinding tot stand is gebracht tussen de units, brandt het
verbindingslampje op de ouderunit continu groen.
Opmerking: Het duurt ongeveer 30 seconden voordat de verbinding tot stand is gebracht.
Opmerking: Als er geen verbinding tot stand kan worden gebracht, knippert het verbindingslampje op de
ouderunit rood.
4 Zorg dat de babyunit ten minste 1 meter van uw baby verwijderd is (g. 8).
5 Plaats de ouderunit binnen het bereik van de babyunit. Zorg ervoor dat de ouderunit ten
minste 1 meter van de babyunit verwijderd is. Zie ‘Bereik’ hieronder voor meer informatie
over het bereik (g. 9).
NEDERLANDS 55