Petsafe PIG20-11041 Pet Fence User Manual


 
50 www.petsafe.net
Plaatsen van de grensvlaggen
De grensvlaggen zijn visuele geheugensteuntjes
voor uw huisdier, om te herinneren waar de
waarschuwingszone zich bevindt.
1. Houdt de ontvangerhalsband ter hoogte van de
nek van uw huisdier.
2. Loop naar de waarschuwingszone tot de
ontvangerhalsband gaat piepen (8A).
3. Plaats de grensvlag in de grond (8B).
4. Loop terug naar het bewegingsgebied tot het
piepen stopt.
5. Herhaal dit proces rond de hele
waarschuwingszone totdat om de 3 m, of minder,
een vlag geplaatst is.
Opmerking: Als u geen piep hoort, zie dan de
testlichtinstructies in stap 6.
Grensdraad
8B
8A
__________________________________________________
Pasklaar maken van de Ontvangerhalsband
Belangrijk: Een correcte pasvorm en plaatsing van de ontvangerhalsband is van belang
voor een effectieve training. De contactpunten moeten direct in contact komen met de
huid van uw huisdier, aan de onderzijde van zijn nek.
Om zeker te zijn van de correcte pasvorm volgt u de onderstaande stappen:
1. Zorg ervoor dat er nog geen batterijen in de ontvangerhalsband zitten.
2. Laat uw huisdier ontspannen staan (9A).
3. Zorg dat de contactpunten aan de onderzijde van de nek van uw huisdier zijn geplaatst en
de huid aanraken (9B).
Opmerking: Het is soms nodig het haar rond de contactpunten te scheren om te waarborgen
dat het contact consistent is.
4. De PetSafe
®
QuickFit
-halsband is ontworpen voor gemakkelijk omdoen en verwijderen
9A
9B
van de ontvangerhalsband bij uw huisdier waarbij de gewenste
pasvorm behouden blijft.
a. Met de klikgesp vast (9C) wordt de halsband door de metalen gesp
gehaald (9D).
b. Schuif het overblijvende deel van de halsband door lus "C" van de
klikgesp. Hierdoor blijft deze goed zitten.
c. Nadat de pasvorm van de halsband is bepaald, wordt de kliksluiting
gebruikt om de halsband te verwijderen en opnieuw te plaatsen.
5. De ontvangerhalsband dient goed aan te sluiten, maar los genoeg te
zitten om een vinger tussen een contactpunt en de nek van uw
9C
9D
huisdier te kunnen plaatsen (9E). Laat uw huisdier de halsband gedurende een aantal minuten
dragen en controleer dan de pasvorm opnieuw. Controleer de pasvorm na een tijdje nogmaals, als
uw huisdier gewend raakt aan de ontvangerhalsband.
6. Snij de halsband als volgt op maat (9C):
a. Markeer de gewenste lengte van de halsband met een pen. Laat voldoende ruimte voor groei
wanneer uw huisdier nog jong is of een dikke wintervacht heeft.
b. Verwijder de ontvangerhalsband van uw huisdier en knip of snijd het overtollige deel eraf.
9E
Ring met ID-plaatje
Gebruik de ring met het ID-plaatje om de identificatie van uw huisdier aan
de halsband te bevestigen. Plaats de ring met het ID-plaatje door één van de
gaten van de halsband. Zorg ervoor dat de ring ver genoeg van de ontvanger
wordt geplaatst zodat de plaatjes niet in contact komen met de ontvanger of
de contactpunten (9F).
Belangrijk: Bevestig geen riem aan de halsband. Dit kan ertoe leiden dat
er te strak aan de contactpunten wordt getrokken tegen de nek van uw
huisdier. Bevestig een riem aan een apart, niet-metalen halsband of tuig,
waarbij de extra halsband geen druk mag uitoefenen op de contactpunten.
9F
Stap
9
Stap
8